FAQ - Veel gestelde vragen
Zijn alle boomsoorten geschikt?
De meeste boomsoorten die in onze contreien opgroeiden zijn in principe verzaagbaar. Het maakt weinig uit of de soort oorspronkelijk
in-of uitheems is. Sommige soorten zijn meer gegeerd dan andere, maar dit heeft vaak meer te maken met naambekendheid dan met
objectieve kwaliteitscriteria. Zo is bijvoorbeeld Berk geschikt voor veel toepassingen waarvoor traditioneel Beuk wordt
gebruikt. Ook soorten zoals Esdoorn of Linde en Populieren leveren vaak zeer goed zaaghout.
Met Europees Eikenhout kan men zowat alles realiseren, gaande van afsluitingen en poorten, boomhutten, speeltuigen, dierenverblijven, tuinhuizen, carports, poolhouses en andere constructies.
Robinia (of valse Acacia) is de meest duurzame houtsoort die in onze contreien groeit. Jammer genog wordt deze soort vaak bestreden door
eco-fundamentalisten wegens exotisch. Ook Amerikaans Eiken levert zeer degelijk hout. Het heeft doorgaans een wat rode kleur dat echter zal verweren, net zoals dat met zeer veel andere
houtsoorten het geval is. Het hout mag echter niet aangewend worden voor toepassingen met grondcontact.
Er zijn natuurlijk ook boomsoorten die minder waardevol zijn. Italiaanse populieren (zuilvormig) en wilde Kastanje zijn
typische voorbeelden van soorten die vooral omwille van hun estetische kwaliteiten aangeplant worden. Maar met zulke houtsoorten kan men natuurlijk
nog wel zeer degelijk kistenhout of palettenhout zagen.
Verder hebben we natuurlijk naaldbomen en coniferen, die in feite allemaal zeer degelijk zaaghout opleveren. De meeste soorten hebben een rechte
stam, verzagen gemakkelijk en het hout is meestal matig duurzaam. Sommige soorten zijn zelfs buitengewoon zuurzaam, zoals het kernhout van de
Douglas, alle varieteiten van de Lork en bepaalde soorten conifeer, zoals de Thuija Plicata of Taxodium. Jammer genoeg worden deze soorten
die het beste en het meest duurzame hout voortbrengen ofwel bestreden, ofwel (bijna) niet meer aangeplant.
Tenslotte moet de stam mooi recht zijn, en (bijna) takvrij. Zie ook de Inverde cursus
Houtsoorten herkennen.
Voor nog meer gedetailleerde informatie over hout kan u bij het
HCTO Houtstudie Centrum terecht.
1/ Pezzolato TQ HD-8: In standaardconfiguratie mag de stam een diameter van 80cm hebben, (2,50m omtrek) en 6 meter lang zijn.
Indien de stam dikker dan 45 cm moet u daar 1 meter aftrekken vanwege de ontschorser die een meter
voor de zaagunit uitsteekt. Dunne stammen rollen er onderdoor bij het laden, dikke niet. Om op bool te zagen moet de stam minstens 1,3 meter lang
zijn om degeljk te kunnen klemmen. Om te kunnen kantrechten moet de stam minstens 1,80 m lang zijn, en om de hydraulische stamheffers te kunnen
gebruiken is de minimale lengte 2 meter.
2/ Pezzolato MiniProfi: In standaardconfiguratie mag de stam een diameter van 90cm hebben, (2,80m omtrek) en 6 meter lang zijn. Om op bool te zagen moet de
stam minstens 1,3 meter lang zijn om degeljk te kunnen klemmen. Om te kunnen kantrechten moet de stam minstens 1,80 m lang zijn, en om de
hydraulische stamheffers te kunnen gebruiken is de minimale lengte 2 meter.
Kort uw stammen af tot op -ongeveer- de lengtes van de planken of balken die u nodig zal
hebben. Aan stammen van grote diameter is meestal nogal wat "opschoonwerk" met de kettingzaag nodig alvorens men het eigenlijke zagen kan aanvatten.
Probeer dit op voorhand te doen, als we dat op de zaagmachine moeten doen kan er kostbare tijd verloren gaan.
Stammen tot 2,50 meter omtrek geven geen problemen, tenminste niet als ze mooi recht zijn. Om veiligheidsredenen is het echter aangewezen om een kraan of heftoestel
van voldoende capaciteit te voorzien bij het vezagen van zware stammen.
Het hangt ervan af. Een Grove den of Epicea (kerstboom) laten verzagen zal wellicht niet echt winstgevend zijn. Daarentegen,
voor een mooie Ceder, Zomereik, Kanstanje of andere edelboom zal de waarde van het gezaagde hout al snel meer bedragen dan het zaagloon.
Als de zaaglocatie vlak ligt en vlot bereikbaar is neemt het opstellen en afbreken van de zaagstraat ongeveer 20-30 minuten in beslag.
Als de tijd die hiervoor nodig is wordt gespreid wordt over een volle zaagdag, of meerdere dagen wordt de kostprijs per m3 gezaagd hout
in verhouding lager. Indien u weinig hout heeft kan u misschien afspreken met buren of vrienden. Sedert de pandemie zijn de houtprijzen
zeer sterk gestegen, terwijl het zaagloon (buiten de indexering) gelijk bleef. Hierdoor wordt de besparing door eiten hout te gebruiken wel veel groter
Dit hangt af van verschillende factoren, maar gemiddeld verwerkt men ongeveer 10 à 25 m3 rond hout per dag. Met dunne sneden bekantrechte
planken zal men een lager aantal m3 verwerken dan wanneer men zware balken zaagt. Een boom in plateaus zagen gaat het snelst. Kromme, knoestige,
takkige en onregelmatige stammen geven minder rendement dan rechte stammen. minder zijn. Dunnere stammen zijn vooral geschikt om schaaldelen of boomplanken uit te zagen.
De productie zal dus afhangen van de omvang en organisatie van de werf, de houtsoort- en kwaliteit, en de technische karakteristieken van de
machine. Zowel onze PEZZOLATO HD-8 als de Mini-Profi 800 zijn volledig computergestuurd.
Beide machines zijn voorzien van hydraulische sturing voor alle functies: stamheffers, stamwenders, stamklemmen, winkelhaken, ontschorser,
horizontale- en verticale sturing van de zaagkop. De MP-800 machine beschikt bovendien over hydraulische stabilisatoren waardoor
het opstellen/afbreken sneller en precieser gaat.
Maar vooral het zagen zelf gaat sneller want deze machine werkt met brede zagen met een grote tandsteek van 45mm, zoals deze die men gebruikt in vaste zagerijen.
Zaagmachines bestaan in alle maten en categorieën. Bij kleinere modellen zijn een of meerdere functies manueel, wat meer tijd vergt. Zeker wanneer de zaagkop voor elke plank met de hand
door de stam moet "geduwd" worden door telkens heen-en-weer naast de machine te lopen. Ook de stammen met de hand op de machine rollen en omdraaien is zeer tijdrovend en zwaar..
Dit alles maakt dat het op het eind van de zaagdag wel een paar m3 verschil zal zijn in productie.
Leg uw stammen op 2 kepers of stammetjes, dan rollen ze gemakkelijker in de stamheffers.
In de praktijk zal er ongeveer 50 a 80% bezaagd hout uit een stam komen. Dit hangt echter van een heleboel factoren af, zoals de
rechtheid van de stam, de dikte, de lengte en het verloop. Een zaagstam van goede kwaliteit is kaarsrecht, en heeft een verloop van minder dan 1cm
per meter lengte. In de praktijk zal men dit enkel vinden bij bomen die in bosverband opgroeiden, en die tijdens de ganse
groeiperiode met de nodige bosbouwkundige zorgen omringd werden. Bovendien, is het ook belangrijk uit te maken of spinthout al dan niet
toegelaten is. Indien u uitsluitend spintvrije planken en balken wil, zal er dus meer afval zijn. Tuinbomen, laanbomen e.d. zullen veel meer verloop hebben, meestal krom en gebogen
zijn. Zulke stammen gaan bijgevolg wat minder opbrengst geven. In de industriele zagerij gebruikt men computerprogramma's om de zaagsneden te
optimaliseren. Dit vereist echter dat de stammen allemaal gesorteerd worden op lengte en diameter, en dat de zaagstraat homogene "voeding" krijgt
met rechte en gelijkmatige stammen.
Met kleine -particuliere- lotjes die mobiel verzaagd moeten worden is dit echter nooit het geval. Het is zelfs eerder uitzonderlijk dat alle
aangeboden stammen voor een hele dag van dezelfde houtsoort is! En dit verklaart ook waarom men zulke kleine loten in een industiele zagerij niet wil zagen.
Kleine loten bevatten steevast verschillende stamsecties van sterk varierende kwaliteit en afmetingen, meestal ook nog van verschillende boomsoorten
afkomstig. Hiervoor zijn dergelijke computerprogramma's niet echt nuttig. Door uit het conische deel van de stam nog een of twee boomplanken (of schorsplanken)
te zagen kan men het rendement voor een stuk verhogen, maar deze planken zijn altijd wat korter dan de rest van de planken, en bebben een zgn. meskant.
Als u van uw bomen dikke balken wil zagen zal dat sneller gedaan zijn dan wanneer ze in panlatten moeten verzaagd worden.
Rechte zaagstammen zullen vlotter zagen dan takkige en kromme exemplaren, Epicea gaat vlotter dan Robinia, enz. Vuile stammen vol slijk
en zand zagen ook veel moeilijker dan propere. Voor courante naaldhoutsoorten zal de waarde van het gezaagd hout op het eind van de
zaagdag ongeveer het dubbel tot het driedubbele bedragen van het zaagloon. Maar met edele houtsoorten zoals Ceder, Kastanje of Eik zal deze
verhouding vele malen gunstiger uitvallen. De waarde van gezaagd Eiken is immers veel hoger dan gezaagd Grenen, maar het zaagloon blijft
gelijk.
Dit is zeer relatief, en afhankelijk van verschillende factoren. De indicatieve marktprijzen voor rond hout
gelden voor grote volumes (meer dan 1000 m3) die machinaal geexploiteerd worden. Een of enkele bomen in een particuliere tuin op een professionele en veilige manier
verwijderen kost meestal veel meer dan de waarde van het hout. Zeker als het wortelgestel moet verwijderd worden.
Bovendien is de boom vaak ook niet bereikbaar met een vrachtwagen of kraan, waardoor er geen stamstukken van een redelijke lengte (4 - 6 meter)
kunnen buitengereden worden. Daardoor worden mooie stamstukken meestal ter plaatse in brandhout verzaagd. Daarom is de waarde van brandhout in feite
een meer realistische waardemeter. Maar het is precies hier dat een mobiele zagerij een grote meerwaarde kan bieden. Meestal kan de machine tot vlakbij
de stam gebracht worden, om de boom ter plaatse in planken te zagen. Vermits de machine slechts 3.5 ton weegt zal dit veel minder schade veroorzaken
dan een kraan of vrachtwagen die al gauw 20 ton wegen. Op deze manier kan men toch nog een mooie meerwaarde realiseren. Tenslotte, uw boomstam zal ook
niet vanzelf in haardblokken van 30cm lang gezaagd en gekloven raken, ook die tijd en moeite moet gerekend worden.
U kunt het Excel rekenbad downloaden van deze site, ofwel deze formule gebruiken: Omtrek x omtrek x 0,08 x lengte.
Het bekomen volume moet u vermenigvuldigen met het soortelijk gewicht van de houtsoort, en dan weet u ongeveer wat uw stam ongeveer weegt.
Denk eraan dat vers hout vaak 40% (en meer) vocht bevat.
Twee mensen volstaan doorgaans. Zij zullen de stammen scannen alvorens het zagen,
de stammen in de hefarmen rollen en
het gezaagde hout van de machine nemen en wegstapelen. Dikke planken en balken kunnen echter zeer zwaar wegen. In zulke gevallen is
extra mankracht of een vorklift wenselijk. Ook om de stammen aan te brengen trouwens. Maar daarvoor is een boomezel (of mallejan of oets) nog handiger.
Hiermee kan u uw stammen zelf tot op de zaagplaats brengen, zonder schade aan te richten aan de (bos)bodem of aan het gazon. LOG-ic
beschikt over materieel waarmee op een bosvriendelijke manier licht uitsleepwerk verricht worden.
Wij hebben een Avant 635 wiellader die op verzoek gehuurd kan worden. Deze machine hanteert moeiteloos stammen van 1000 kg en meer, en kan trouwens ook
voor tal van andere werkzaamheden ingezet worden, naast het uitrijden en uitslepen van boomstammen.
Om boomstammen te rollen zitten er in de LOG-ic toolbox keerhaken.
Een keerhaak zal met een haak onderaan in de stam inhaken, en biedt op die manier een zeer krachtige hefboom om stammen om te rollen. Dit is zeer handig om stammen, die parallel met de zaagmachine klaar gelegd zijn direkt in de hefarmen van de machine te rollen. Boomstammen verschuiven in de lengterichting gaat echter veel moeilijker. Het is daarom dat het zo belangrijk is om de stammen met hun "koppen" op 1 lijn klaar te leggen. Hiet ziet u een schetsvan een typische zaagwerf. Op deze manier kunnen de stammen de ene na de andere in de hefarmen van de zaagmachine gerold worden. Alle verdere manipulatie gebeurt door de zaagmachine zelf, die daarvoor over een krachtige hydraulische centrale beschikt. Op een goed voorbereide zaagwerf, en met matig zware stammen (doormeters tot 50cm) kan men dan doorgaans vlot werken zonder kraan of shovel als er voeldoende helpers aanwezig zijn. Indien het echter over zware stammen gaat moet men een kraan of heftruck voorzien. Indien de stammen her en der op het domein verspreid liggen kan men natuurlijk ook met de zaagmachine zelf van de ene naar de andere stam rijden om ze een voor een ter plekke te verzagen. Het verplaatsen van de zaagmachine zal 30 - 40 minuten tijdverlies betekenen, maar dat moet dan afgewogen worden tegen de kosten en de schade veroorzaakt door het verzamelen van de stammen met zwaar materieel.
Wie iets wil realiseren vindt een weg, wie dat niet wil vindt een reden...
Er is inderdaad altijd een weg, maar het vergt wel extra voorbereiding voor u. Hieronder de twee meest courante manieren om een overmaatse stam alsnog te kunnen laten zagen.
1/ De eerste methode bestaat er in om de stam in 4 "kwartieren" te zagen, zoals op de rode lijnen op stam 1 v/d foto. Dit neemt niet weg dat ook hier eerst de uitstulpingen en takaanzetten zoveel mogelijk moeten weggezaagd worden. (in 2 helften zagen volstaat niet).
2/ de tweede methode bestaat er in om de stam te "schillen", met als eindresultaat een soort 8-hoekige stam waarvan de afmetingen van de verst uit elkaar liggende hoeken maximaal 80cm is (of 90cm - Mini-profi). Het is uiteraard perfect mogelijk om te combineren, bvb 1 stam kwartieren en de tweede schillen, al naargelang wat het best uitkomt. Welke methode u ook kiest, doe het op voorhand. Het heeft geen zin om een zaagstraat te betalen die niet kan zagen. We kunnen eventueel uw stam eerst "schillen", ttz. de schors en het spint wegfrezen. Hiervoor gebruiken wij een stronkenfrees die tot 2m in de hoogte kan werken.
3/ In de meeste gevallen is het een goed idee om de onderste 1 - 2 meter voor brandhout te gebruiken, en de zaagsecties dus wat "hoger" af te korten. Op deze manier bespaart met veel werk om de tenen (trompetvorm) van de voet van de stam cylidrisch te maken, maar de onderste anderhalve meter van een stam is een "risicozone". Concreet zijn de risico's ingegroeide krammen, spijkers, (prikkel)draad, kernrot, valbarsten en spanning in het hout. Vermijd ook grote vertakkingen. Voor constructie balken is dit geen probleem, maar planken zullen op die plaatsen met zekerheid krom trekken bij het drogen.
Na het kwartieren van zo'n dikke stam zal het eindresultaat er ongeveer zo uitzien:
Denk er ook aan dat met zulke zware bomen een sterke shovel, terreinheftruck, tractor met fronthef of kraan absoluut noodzakelijk is. Waar zulke machines op een zaagwerf met normale bomen dienen om het de rug te sparen en rendement te verhogen, is het bij zware bomen onmisbaar. Zulke stammen wegen tonnen.
Vers gevelde bomen ("groen hout") verzagen gaat het makkelijkst. Maar droge bomen hebben het voordeel dat het gezaagde hout sneller gebruikt kan worden. Droog hout is wel veel abrasiever, wat meer zaagwissels zal vergen. Sommige boomsoorten moeten tamelijk snel na het vellen verzaagd worden, zoals Beuk of Berk. Andere soorten zoals Eiken (Europees) mogen een tijdje bijven liggen alvorens ze te verzagen. Ook als de schors en het spinthout aangetast zijn zal het overgebleven kernhout nog mooi zaaghout opleveren (wel donkerder van kleur). Naaldbomen zijn dan weer gevoelig voor blauwschimmel. Dit geeft een blauw-groene verkleuring van het hout maar dit is vooral een cosmetisch defect. Om het risico voor blauwschimmel in te perken moet u uw naaldbomen altijd in de winter vellen. Hout verzagen van bomen uit wintervellingen is trouwens voor alle boomsoorten het beste. Het zagen gaat vlotter en de houtkwaliteit zal beter zijn. Hout dat voor een tuinafsluiting of tuinhuis (of andere buitenconstructie) moet dienen kan meteen na het verzagen gebruikt worden. Wanneer Eik- of Kanstanjehout blauwe plekken of strepen hebben is dat meestel omdat er ijzer of staal in het hout zit, of gezeten heeft. Eén spijker in een Eik is al voldoende om een donkerblauwe verkleuring te hebben over het hele sapkanaal, een groot deel van de boom dus. De blauwe verkleurig kan echter ook al het gevolg zijn van het contact van het natte hout met staal, bvb. de vorken van een heftruck, of de bodem van een container, of onderdelen van de zaagstraat. Meestal zal de verkleuring bijna helemaal vervagen wanneer het hout in z'n geheel gaat verkleuren door verwering.
Voor buitenconstructies wordt meestal vers gezaagd hout gebruikt, of winddroog hout. Het hout zal dus blijven "leven", naargelang het vochtpercentage in de omgevingslucht toeneemt of afneemt. Dikke balken drogen nooit volledig uit, en zullen dus altijd blijven "leven". Dit is nu eenmaal eigen aan de materie. Ook basten en scheuren zijn een normaal verschijnsel. Hout is tenslotte een natuurproduct. Als u dat allemaal niet wil moet u simpelweg inerte bouwmaterialen gebruiken zoals steen, beton, aluminium of pvc.
De ideale zaagstam is afkomstig uit de onderste zes a tien meter van de boom, is takvrij (of bijna), heeft zo weinig mogelijk zichtbare gebreken zoals ingegroeide kwasten, of rotte plekken... Verder moet de stam zo recht mogelijk zijn, een zo gering mogelijk verloop hebben, geen "draaigroei" vertonen, geen dichtgegroeide vorst- of droogtebarsten, geen ringbarsten of valbarsten, gelijkmatige groeiringen hebben en het hart in het midden van de stam. Anderzijds worden sommigen van de hierboven vermelde defecten soms juist geappreciëerd omwille van de rustieke tekening die de planken erdoor krijgen. Zoals reeds eerder gezegd, bomen zijn een product van de natuur. Het is perfect mogelijk om bomen van brandhoutkwaliteit te verzagen. Maar dat de kwaliteit minder zal zijn moet je er bijnemen. Maar zelfs bij mooie zaagstammen blijft er een klein risico aanwezig. Zieke bomen zullen meer zgn. defecten vertonen dan gezonde bomen. Het is daarom beter om een boom te vellen voor dat hij helemaal rot is, en vanzelf omvalt. Zeker als er een veiligheidsrisico bestaat. maar je kan natuurlijk ook overwegen om je zieke boom te laten verzorgen in plaats van te kappen. Mits aangepaste zorgen kunnen zieke bomen vaak nog 50 jaar en langer overleven.
Maar ook stammen die geen van de hierbovengenoemde defecten vertonen kunnen soms minder goed hout geven. De herkomst is ook belangrijk. Een "bosboom" heeft doorgaans een slanke, compacte kroon terwijl een solitair staande boom veel zwaarder vertakt zal zijn. Laanbomen en kantbomen hebben vaak een asymetrische kroon. Een gesplitste stam (gaffel, vork) is ook minder goed. Soms zijn de gebreken niet meer zichtbaar als men de stam wil verzagen. Deze bomen zullen bij het verzagen een grotere kans hebben om spanning. Dit manifesteert zich door hout dat vrijwel meteen, op de zaagmachine krom trekt of splijt. Soms is dit fenomeen beperkt, soms ook niet. Men kan hier wat aan verhelpen door een tweede keer te zagen, maar dit vergt veel meer tijd. Naaldhout is minder gevoelig voor allerhande defecten, tenzij takkigheid en kromheid. Maar kromheid geeft vaak ook spanning, wat bij naaldhout reactiehout genoemd wordt. Reactiehout geeft dezelfde problemen als spanning in loofhout: moelijker te zagen en kromme planken. Tip: Als je naaldbomen wil laten verzagen die onderaan een kromme voet hebben, een zgn. sabelvoet, kan je het kromme stuk beter in brandhout zagen, en de zaagsecties pas hoger in de stam beginnen af te korten, vanaf het punt waar het hart van de boom min of meer centraal zit.
Dikkere loofbomen hebben vaak kernrot. Dit komt omdat veel bomen pas geveld worden nadat zij hun leeftijdsgrens van "gezonde boom" bereikt hebben. Dit gaat gepaard met zichtbare aftakelingsverschijnselen zoals takverlies en zwamontwikkeling. Zulke bomen hebben de "kaprijpe leeftijd" overschreden, en is de houtkwaliteit afgenomen. Ook hier kan je beter de onderste meters in brandhout zagen, en de zaagsecties beginnen af te korten waar het kernrot minder erg is, of zelfs helemaal weg. Ook als er een valbarst is kan deze methode helpen. Een ringbarst kan soms over een heel stuk van stam doorlopen.
Verder moeten de stammen proper zijn, vrij van zand en kiezel in de schors. Of beter: schorsvrij. In industriële zagerijen worden de stammen systematisch ontschorst alvorens ze te verzagen. Met ontschorste stammen blijft de zaag veel langer scherp, en is de productiviteit hoger. Minder zaagwissels en hogere zaagsnelheid geeft een beter rendement. Zaag in ieder geval ook de tenen en de knoesten van uw stammen. De foto hieronder toont een perfect "geprepareerde" stam.
Gezaagd hout moet men opgelat laten drogen, best onder een afdak. NIET onder een plastic zeil! De wind moet er goed aankunnen. Het hout zal dan ongeveer 2 cm per jaar drogen. Indien men het hout binnenshuis wil gebruiken is het aan te raden om het nog eens een tijd binnen of in een droogoven te laten drogen, teneinde een vochtigheidsgraad te bekomen die overeenstemt met vochtigheidsgraad van de woonruimte. Hout dat moet dienen voor buitentimmerwerk zoals tuinafsluitingen, poorten, stallen, carports, pergola's e.d kan nagenoeg direkt gebruikt worden. Naaldhout droogt ook sneller dan loofhout. Indien u uw hout wil laten drenken moet u het best eerst een maand of 2-3 opgelat laten drogen.
Hier wordt de stam in langsrichting verzaagd. De breedte van de planken is ongelijk, vanwege het stamverloop. Een stam die op bool verzaagd werd bevat zowel dosse als kwartiers en half-kwartierse planken. Dit is ook de eenvoudigste zaagwijze. Voor vakmensen is dit de meest economische werkwijze, na droging kunnen zij immers met de paneelzaag de beste stukken hout uit de "plateaus" zagen. Voor dunne stammen is op bool zagen vaak de enige optie, men spreekt dan van schaaldelen of schalen, of ook soms over boomplanken
Een kwartierse of radiale plank is afkomstig uit het centrum van de stam. Op het kopse vlak ziet men de groeiringen die bijna loodrecht staan tegenover het vlak. Meestal geeft deze snede een regelmatige streeptekening. Bij Eiken ziet men ook de "spiegels", afkomstig van de kenmerkende houtstralen. Kwartiers hout is ook vormvaster dan dosse of half-kwartiers hout. Er bestaan verschillende technieken om zoveel mogelijk kwartiers hout uit een boom te zagen, maar kwartiers zagen vraagt veel meer manipulatie van de stam(delen), wat veel meer tijd in beslag neemt dan op bool zagen.
Bij een dosse of tangentiale snede ziet men op het kopse vlak groeiringen die bogen vormen tegenover het vlak. Dit geeft doorgaans een vlampatroon als tekening. Sommige houtsoorten vertonen evenwel helemaal geen tekening
Bekantrecht of gekantrecht hout is langs vier zijden bezaagd. Zoals een panlat of een balk. Dit in tegenstelling tot plateaus, schalen, schaaldelen of boomplanken waar men aan de zijkanten het stamverloop nog kan zien. Plateaus of boomplanken worden (soms na droging) nog bekantrecht. Deze vorm van herzagen noemt men vaak vierschalen, men verkrijgt dan gevierschaald hout. Het hout dat met een mobiele zagerij verzaagd wordt is fijnbezaagd. Dit komt omdat de tanden iets dichter bij elkaar liggen. Het blijft natuurlijk onder de "ruw hout" norm vallen. Geschaafd hout (RND) moet nog een bijkomende bewerking ondergaan, ttz het schaven. Schaven wordt gedaan om een glad oppervlak te bekomen, maar ook -en vooral- om vervormingen en verkleuringen ten gevolge van het drogen te corrigeren, en om de gewenste afmetingen te bekomen.
Sommige soorten zoals Zomereik, (en Wintereik), Douglas of Lork kennen zeer veel toepassingen, zowel voor binnen- als buitengebruik. Andere soorten zoals Beuk of Esdoorn zijn wel harde houtsoorten, maar niet geschikt voor buitengebruik. Robinia (of valse Acacia) is uitermate duurzaam en hard, maar heeft dan weer het nadeel dat de stammen nogal krom zijn, en dat het hout minder vormvast is. Tamme kastanje is ook zeer duurzaam, maar heeft ook veel spanning. Afhankelijk van de kwaliteit van de zaagstammen (spanning, reactiehout) zullen er ook een aantal planken en balken min of meer neiging vertonen om krom te rekken. Soms is dit vrij eenvoudig te corrigeren met de schaafbank, of zelfs tijdens de droogproces, door kromme balken onderaan de stapel op te latten. Maar ook tijdens het drogen kunnen nog barsten en vervormingen optreden. Hier zal de "quatre face" of de vandikteschaaf zeer nuttig werk leveren. Lees ook de informatie over hout drogen en oplatten die beschikbaar is op de download pagina van deze site. Uiteindelijk moet u natuurlijk rekening houden met een bepaald percentage uitval, zowel tijdens het zagen, als na het drogen. De uitval, samen met de dossen is natuurlijk nog zeer goed brandhout, of zelfs bruikbaar voor bvb draaiwerk. Verder op deze pagina kan je ook over de verschillende verduurzamingsmethodes lezen.
Er bestaat een groot aantal naaldhoutsoorten met nagenoeg gelijkwaardige eigenschappen. Deze soorten worden door elkaar aangeboden onder de benaming Spruce Pine Fir (SPF). Het gaat voornamelijk om Spruce (vuren), Pine (grenen), Fir (dennen). Er worden ook andere combinaties van gelijkwaardige naaldhoutsoorten door elkaar aangeboden, bvb hem-fir (hemlock-fir = Tsuga-Abies), douglas-larch (Pseudotsuga-Larix).
De meeste fruitbomen zijn dan weer gegeerd voor meubelen. Sommige professionele houthandelaars zoals bvb. AF geven een zeer volledig overzicht van de verschillende houtsoorten en hun toepassingen.
De meest voorkomende aantastingen worden veroorzaakt door vocht, schimmels, insecten (vooral hun larven dan), (te) hoge temperatuur en UV-straling.
Bij de vacuumdrukmethode wordt het hout in een autoclaaf gedaan die vacuum getrokken wordt. Dan wordt het verduurzamingsmiddel toegevoegd, en wordt de druk opgedreven tot 10 bar. Dit is de meest efficiente manier om chemische verduurzamingsmiddelen diep in het hout te laten dringen.
Bij drenken wordt het gezaagd hout ondergedompeld in een tank met verduurzamingsmiddel. In principe moet het hout 24 uur in de tank blijven per cm dikte. Met deze methode zal het product minder diep in het hout dringen dan met de vacuumdrukmethode.
Onderdompelen is een vereenvoudigde manier van drenken. Hier wordt de onderdompelingstijd beperkt tot 10 - 20 minuten. Deze methode wordt vaak door doe-het-zelvers toegepast met een overlangs doorgeslepen metalen buis waarvan de uiteinden dichtgelast zijn zodat met een lange diptank verkrijgt. Als men dit zelf doet, kan men de dompeltijd zelf bepalen, en in feite hetzelfde resultaat bereiken als met drenken. Maar de capaciteit van zulke zelfgemaakte tank is natuurlijk niet hetzelfde als bij een professioneel drenkstation. Bovendien is er een groot risico op morsen met giftige producten. (zie verder)
Dit is de meest toegepast methode door de doe-het-zelver. Met spuitpistool, borstel, rol of kwast wordt het middel op het houtoppervlak aangebracht. Ondanks het feit dat deze methode minder efficient is dan de professionele methodes, moet men dit toch relativeren. Meestal is tijd in de professionele sector zo doorslaggevend, dat men vers gezaag hout in de autoclaaf of diptank steekt. Dit is de meest voorkomende fout waardoor verwachte levensduur uiteindelijk niet gehaald wordt. Planken die op het moment van drenken nog 30 - 40% natuurlijk vocht bevatten zullen veel te weinig verduurzamingsmiddelen kunnen opnemen. Echther, hout dat een maand of twee opgelat werd, en pas daarna manueel behandeld werd zal in veel gevallen een even lange levensduur blijken te hebben dan verkeerd behandeld hout. Het volstaat om rond zich te kijken, de koterijen en hokken in weiden en velden staan er al jaren lang overeind, reeds lang voor die "vacuum geimpregneerde" chalet in uw tuin. En ze zullen er nog staan, ook nog binnen tientallen jaren, nadat uw tuinuis al lang in elkaar gezakt zal zijn.
Men kan natuurlijk ook eens ernstig gaan overwegen om in onze streken niet alleen aan duurzame boswbouw te doen, maar ook om terug wat meer bomen aan te planten die duurzame houtsoorten opleveren. Uiteraard moet men die homogene naaldbossen op termijn omvormen naar gemengde bossen met zoveel mogelijk autochtoon plantgoed, maar men moet tegelijk soorten als Douglas, lork, Populier en Robinia de plaats geven die hen toekomt. De laatste decenia zijn deze soorten eerder het slachtoffer geworden van een bomen-genocide. Zij zijn echter perfect in staat om ons van zeer degelijk inlands hout te voorzien, zodat wij met z'n allen minder afhankelijk worden van buitenlandse import. Hierdoor stimuleert men de lokale economie, vergroot men het bosareaal en legt men minder beslag op de natuurlijke rijkdommen in de rest van de wereld. Bovendien helpt het (een beetje) om het fileleed te verzachten, en zouden we ook minder vaak op enegieverslindende of giftige verduurzamigsmethodes beroep moeten doen. Een ander probleem is dat om goed te zijn, gelijk welke verduurzamingsmethode zou moeten toegepast worden NADAT de planken of balken op maat gezaagd werden, verbonden of doorboord werden. De plekken die niet behandeld werden vormen de latere zwakke punten. En de uiteinden vormen sowieso al een verhoogd risicopunt langs waar ongewenst vocht en parasieten kunnen binnendringen.
Doubleren of vierschalen van dikke platen of dikke balken herzagen in kleinere formaten is ook mogelijk, voor zover er geen metaal of andere onreinheden in het hout zit. Voor dunnere plateaus is het niet gemakkelijk om precies in het midden te zagen omdat een droge plank meestal wat krom getrokken zal zijn. Wanneer men een boom of balk in planken zaagt, zal elke plank precies de dikte hebben die in de stuurcomputer werd ingegeven. Voor elke snede kan een andere dikte ingegeven worden. Behalve de laatste plank. Dit is de restplank. Deze heeft een willekeurige dikte, en vaak ook nog wat onregelmatig, o.a. vanwege de grote druk dan de klemhaken. De laatste plank noemt men niet zonder reden de "bastaardplank".
Voor het zagen van droog hout is er een toeslag van 10 Euro per uur, (excl. btw). Ook gaat het zagen wat trager. Beschadigingen aan de zaag worden altijd doorberekend. Bedenk ook dat balken nooit uit de mooiste zaagstammen gehaald worden. Nu niet, en vroeger ook niet. Tenzij het zeer lange balken zijn, waarvoor heel de boom nodig was. Anders worden balken uit de punt van de boom gezaagd. Dit zal veel meer knoesten bevatten dan planken uit een onderstam die het beste zaaghout geeft.
Afval bestaat niet. Afhankelijk van de kwaliteit van de stammen zal een bepaalde hoeveelheid "afval" vrijkomen, maar dat is prima brandhout. Dit zijn de "dossen", stukken die aan een zijde rond zijn, en aan de andere kant bezaagd. De benaming komt eigenlijk uit het oud Frans, waar dosse voor "dos" of rug stond. Deze dossen zijn dus zeer gemakkelijk tot brandhout te verwerken. Meestal volstaat het om ze op de juiste lengte af te korten. En indien er gekliefd moet worden zal dat veel makkelijker zijn dan wanneer men rond hout moet klieven. Er bestaan nogal wat mythes in verband met brandhout, als zou stamhout beter zijn dan takhout, dat schors minderwaardig zou zijn enz. in de praktijk zijn er natuurlijk wel verschillen in de kalorische waarde en soortelijk gewicht van de verschillende houtsoorten, maar het belangrijste is dat het hout goed droog is. 1 Kg droge populier of den zal precies evenveel kalorien geven als 1 kg droge Eik of Beuk. maar die kilo Eik zal minder plaats innemen. Je zal ook minder vaak de kachel moeten bijvullen met hard hout. Hieronder een tabel met de respectievelijke kalorische waarden van een aantal vaste brandstoffen, met omzetting naar de geldelijke waarde per stère aan de huidige stookolieprijs.
Als er sneeuw ligt kan er meestal niet gezaagd worden. Het zagen zelf is geen probleem, maar het verplaatsen van de zaagstraat echter wel. De zaagplaats en de toegangsweg moeten vlak en vlot bereikbaar zijn, vrij van sneeuw, ijs, of modder. Als men vastrijdt wordt de wachttijd aangerekend, alsook de eventuele schade aangericht door het wegslepen. LOG-ic kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade aan poorten, tuinpaden, riooldeksels e.d. indien men op vraag van de klant op op moeilijk bereikbare plaatsen moet komen met de zaagmachine.
Lichte vorst is geen probleem, maar een koudegolf met aanhoudende strenge vrieskou wordt er niet gezaagd. Hou er ook rekening mee dat de winterdagen kort zijn. Er wordt NIET in het donker door veld- of boswegeltjes gereden vanwege het gevaar voor beschadigingen aan de machine door overhellende bomen, lage takken, diepe kuilen enz...
Buiten de brandstof voor de dieselmotor worden er geen schadelijke stoffen gebruikt. De smering en koeling van de bandzaag gebeurt met zuivere koolzaadolie (PPO), of met zeepwater, afhankelijk van de noden. Het hydraulisch systeem werkt met 100% plantaardige vloeistof die biologisch afbreekbaar is. (WOLF bio hydraulic fluid 2268 volgens DIN norm 51524)
De regeling van de registratie als aannemer voorzag in een soort waarborg voor de betaling van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen van diverse aannemers. Hoewel de registratie geen wettelijke verplichting was, waren de gevolgen van het ontbreken ervan van die aard dat de registratie uiteindelijk een noodzaak was. Sedert 1 januari 2008 is de inhoudingsplicht en de hoofdelijke aansprakelijkheid losgekoppeld van de registratie als aannemer. Dit houdt in dat de niet-particuliere opdrachtgever slechts inhoudingen moet verrichten indien de aannemer van land- en tuinbouwwerken sociale schulden heeft. Of de loonwerker geregistreerd is of niet, doet niet ter zake. De registratie als aannemer van land- en tuinbouwwerken is dus geen vereiste meer in het kader van de inhoudingsplicht en de hoofdelijke aansprakelijkheid. Bron: SBB bedrijfsdiensten
Om een overheidsopdracht van een bepaalde aard en omvang te kunnen uitvoeren, moet de aannemer aan een aantal voorwaarden voldoen. Indien dit het geval is, krijgt hij een erkenning van de bevoegde regionale minister op advies van de federale erkenningscommissie. Daarbij gaat het enkel om werken, niet om leveringen of diensten. Deze voorwaarden betreffen vooral de technische bekwaamheid, de financiële draagkracht en de professionele integriteit. Loonzaagwerk is echter niet opgenomen in de lijst van specifieke werken, waardoor een eventuele erkenning niet van toepassing is. Wat echter niet wil zeggen dat LOG-ic niet aan deze voorwaarden zou voldoen, wel in tegendeel! Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
PEFC en FSC certificerings systemen werken volgens een gesloten handelsketen (Chain of Custody of CoC). Alle bedrijven tussen het bos en de eindklant moeten in het bezit zijn van zo'n een CoC certificaat als ze gelabeld hout of houtproducten willen verkopen. Doordat LOG-ic enkel de dienstverlening van het verzagen aanbiedt, en juridisch geen eigenaar wordt van het hout, is certificering niet mogelijk. Nochtans is onze manier van werken de meest duurzame en ecologishe die maar denkbaar is. Het meeste hout is immers afkomstig van windval, beheers- of infrastructuurwerken, zodat voor ons de CoC in de meeste gevallen slecht 1 adres omvat! Dit is op z'n minst evenwaardig, zelfs beter dan gelabeld hout dat ergens duizenden kilometers ver geproduceerd werd. Wij geven een substantiele meerwaarde aan boomstammen die anders wellicht als brandhout, cellulose of houtvezel zouden eindigen. En dan spreken we nog niet over al het transport dat wegvalt.